dinsdag 15 november 2011

De do do do de da da da!

 ‘De do do do de da da da is all I want to say to you’ zei The Police ooit. Maar is dit ook wat mannen soms horen wanneer vrouwen tegen hen praten en omgekeerd? Zo ja, dan zou dit wel eens het gevolg kunnen zijn van een verschil tussen mannen- en vrouwentaal of een zogenaamd sociaal dialect. Maar wat ligt aan de basis van dit verschil?
Om dit te ontdekken heb ik even gesproken met Jean-Marc Dewaele, professor in toegepaste linguïstiek en multilinguisme.
Op welke manieren verschilt mannentaal van vrouwentaal?
Er zijn vele nuances tussen mannen- en vrouwentaal. Zo zouden vrouwen zich beleefder en voorzichtiger uitdrukken, emotioneler zijn en dus meer geneigd zijn over hun emoties te spreken en intiemere onderwerpen verkiezen. Terwijl mannen eerder met een luidere stem zouden praten, meer taboe-woorden en –uitdrukkingen zouden gebruiken en het accent eerder leggen op het puur communicatieve aspect.
Wat ligt er aan de basis van deze verschillen?
Deze verschillen zijn het gevolg van een groot aantal factoren. Het is onmogelijk een bepaalde factor te isoleren als oorsprong hiervan. Zo zijn er nog andere variabelen zoals situatie, sociale relaties, sociale afkomst, enzovoort.
Ik heb ergens gelezen dat vrouwen babbelen en mannen discussiëren. Deze uitspraak hangt duidelijk vast aan de vroegere sociale stand van de vrouw. Heeft dit volgens u een grote invloed gehad op hun taalgebruik?
Er wordt gesteld dat de vroegere taal van de vrouw beleefder en voorzichtiger was om zo sociale goedkeuring te krijgen.
Is dit nog steeds zo?
Dit kan een impact gehad hebben op het hedendaags taalgebruik van de vrouw, maar dit hangt af van hun aanhankelijkheid aan het sociaal bewustzijn.
Ik heb persoonlijk nog nooit verschillen gemerkt tussen mannen –en vrouwentaal. Zijn er bepaalde situaties waarin deze verschillen veel duidelijker worden?
Jazeker, de situatie speelt uiteraard een belangrijke rol in onze stijlkeuze bij het spreken. In een formele situatie zullen we bijvoorbeeld een andere stijl kiezen dan wanneer we met een goede vriend praten. Daarbij beïnvloed een bepaalde situatie zeker ook het voorkomen van bepaalde stereotiepen. Zo zal een discussie in groep vooral mannelijke stereotiepen bevorderen; luidruchtiger en grover. Terwijl in een gesprek tussen twee personen dan eerder de vrouwelijke stereotiepe aan het oppervlak komt.
Heeft dit een specifieke reden?
Dit heeft te maken met die sterkere socio-emotionele oriëntatie van de vrouw. Die zorgt ervoor dat ze een sfeer van empathie en solidariteit creëren, wat hen betere gesprekspartners maakt in intieme gesprekken dan mannen. Mannen, daarentegen, leggen de nadruk op het communicatieve aspect.
Hoe zit het dan met vrouwen in hoge posities? Hebben zij dan geen nadeel als ze bijvoorbeeld een vergadering moeten leiden?
Voor vrouwen zouden deze verschillen misschien wel een hindernis kunnen vormen voor communicatie in de werkomgeving. Maar er zijn intussen wel voldoende vrouwen met hoge posities die bewijzen dat ze in publieke situaties over dezelfde kwaliteiten beschikken als mannen. Het is belangrijk om te weten dat het geslacht slechts één van de vele beïnvloedende factoren is en dus slechts in bepaalde gevalleen een effect heeft op taalgebruik. Dit wil dus niet zeggen dat een vrouw enkel emotioneel kan zijn en een man zich slechts publiekelijk kan uitdrukken.
We hebben het nu gehad over de impact op de taal door sociale stand tot op bijna een eeuw geleden. Maar als we verder terug kijken, is er nog een belangrijke factor, namelijk: evolutie.
Inderdaad, er zijn onderzoeken die aantonen dat, door jarenlange evolutie, de hersenen van de vrouw op hele subtiele wijze verschillen van de hersenen van de man. Er wordt daarbij gespeculeerd door evolutionair-psychologen dat deze verschillen medeverantwoordelijk zouden zijn voor de verschillen in mannen –en vrouwentaal en er daarenboven ook nog eens voor zouden zorgen dat vrouwen evolutionair superieur zijn op vlak van taalgevoel.
Wat is de reden voor deze evolutie?
Een aanpassing aan de heersende sociale verhoudingen. In de prehistorie zien we de man op jacht en de vrouw in de nederzetting, in het gezelschap van andere vrouwen, kinderen en ouderen. Dit zorgde voor veel meer verbale communicatie. De aandacht van de man ging eerder naar ruimtelijke oriëntatie. Na honderden generaties zou hun brein zich hieraan aangepast hebben.

We weten nu nog altijd niet precies, maar toch al iets beter wat de oorzaak is. Het belangrijkste is echter dat wij, mannen, goed op onze hoede moeten zijn. Want er is blijkbaar een nieuw ‘sterk geslacht’ in de stad.